Japan; 2 m.
Synoniem: E.japónicus HOOK. F., Andrómeda peruláta MIQ..
Dicht vertakte, bijna ronde struik met frisgroene, scherp gezaagde bladeren, bij ons wel de vroegst bloeiende soort, ongeveer gelijk met de bladontwikkeling, met kleine, witte bloemen in eveneens hangende bloeiwijze. Twijgen slank, kaal; bladeren aan tot 8 mm lange, kale bladstelen, 2-5 cm lang, elliptisch of soms omgekeerd-eivormig, top spits, bladvoet wigvormig, rand scherp gezaagd, bovenzijde frisgroen, kaal, onderzijde langs de nerven blijvend behaard. Bloemkroon 7-8 mm lang, de zoom met korte, teruggeslagen lobben; doosvrucht 8-9 mm lang. Bij alle bovenstaande soorten verkleuren de bladeren in de herfst van oranjetot scharlakenrood.