Zwartvruchtige kraaiheide Europa, N.-Amerika; 25 cm.
Heideachtig struikje met kruipende, aan de top zich oprichtende twijgen, welke eerst zeer fijn klierachtig behaard, later geheel kaal zijn en geel-bruin gekleurd.
Bladeren verspreid, tot 6 mm lang, lijnvormig, bladrand ingerold. Bloeit in April-Mei met enigszins rood gekleurde bloemen met purperen meeldraden;
vrucht besvormig, ongeveer 5 mm lang, glanzend zwart getint. Vermeerderen door zaad, van zomerstek of door scheuren.