Japan, China; 1,5 m.
Synoniem: C.alnifólia HORT..
Gedrongen groeiende struik, met zeer fijn behaarde, iets rood-bruine, later geheel kale, grijze twijgen met kleine, zeer scherpe doornen. Bladsteel zeer klein, met grote en grof getande steunblaadjes; bladeren 3-7 cm lang, omgekeerd-eivormig, met wigvormig in de bladsteel] overlopende bladvoet, boven het midden 3-, soms 5-lobbig of bij enkele bladeren groot getand, eerst aan beide zijden iets viltig behaard, later bovenzijde kaal, onderzijde langs de nerven blijvend behaard.
Bloeit in Mei, in kortgesteelde behaarde bloeiwijze;
bloemen 12-15 mm in diameter, met 20 meeldraden met lichtrode helmknoppen; kelk en kelkslippen behaard. Vruchten 12-16 mm in diameter, rond-peervormig, bij rijp worden donkerrood, met blijvende, bladachtig vergroeide kelkslippen en 5 stenen.