Altaigebergte; 3 m.
Synoniem: C.acutifólia LINDL..
Zeer veel op voorgaande soort gelijkend, een brede struik vormend met dunne, afstaande en iets overhangende twijgen; deze zijn eerst iets behaard, later kaal en glanzend donkerbruin. Bladeren 3,5-6 cm lang, 2 tot ruim 3 cm breed, breed-elliptisch, naar beide zijden puntig toelopend, bij het uitlopen aan beide zijden behaard, later bovenzijde glanzend donkergroen, kaal, onderzijde blijvend doch spaarzaam behaard, vooral langs de nerven.
Bloemen 2-7 bijeen in tuilen, rose met iets behaarde bloemstelen en kelk; vruchten tot 1 cm lang, eirond, zwart, met 3-4 stenen.