M.-China; 1,5-3 m.
Twijgen eerst groen, aanliggend behaard, duidelijk 4-kantig, later bruin, het tweede jaar rond. Bladeren aan 4-15 mm lange bladstelen, 4-10 cm lang, elliptisch, top spits of kort toegespitst, bladvoet meestal wigvormig toelopend, eerst aan beide zijden spaarzaam aanliggend behaard, later bijna kaal, 3-4, soms 2 paar zijnerven, bovenzijde matglanzend groen, onderzijde iets lichter.
Bloeit in Juli met witte bloemen in bijna vlakke, 5-7 cm brede tuilen; vruchten 6-8 mm in diameter, zwart.