Gepubliceerd op 15-03-2019

Clethra L

betekenis & definitie

Zomer- en wintergroene struiken of kleine bomen met sterharige twijgen; bladeren gesteeld, enkelvoudig, verspreid, meestal gezaagd; bloemen klein, meestal wit, in eindstandige, min of meer samengestelde trossen; 5 kelk- en 5 kroonbladen; 10 meeldraden; doosvrucht met zeer fijne zaden.

Er zijn van dit geslacht ongeveer 30 soorten bekend, voornamelijk afkomstig van N.-Amerika en Azië, China en Japan, doch slechts enkele soorten komen bij ons voor en deze worden jammer genoeg nog zeer weinig geplant. Alle zijn zeer rijk bloeiende struiken, die bovendien nog bloeien in een tijd dat er weinig andere bloeiende houtgewassen zijn, Juli-September; zij groeien zeer goed in halfschaduw op niet te droge, veenachtige zandgrond. Te gebruiken als mooi bloeiende sierstruiken in groepen of als voorbeplanting langs bosranden.

Men kweekt Cléthra van zaad onder glas, van afleggers, door scheuren of van laat zomerstek.

< >