O.-China; 1 m.
Synoniem: C. tubulósa TURCZ..
Een zeer bekende soort, die nog al eens aangeplant wordt, in borders of tegen lage muurtjes. Jonge twijgen sterk kantig, grijs-bruin met blauw getint; bladstelen 3-6 cm lang; bladeren meestal 3-delig, gewoonlijk het topblad het grootst. Blaadjes bijna zittend, gemiddeld 6-12 cm lang, eivormig of breed eivormig en grof getand, soms zeer zwak gelobd. Bloeit van Augustus tot October, met tot kleine bundels verenigde, kort gesteelde, violet-blauwe, hyacinthvormige bloemen, welke tot 2,5 cm lang zijn.
C. h. var. davidiána HEMSL. onderscheidt zich van de soort, doordat de kelkbladen boven het midden zijn teruggeslagen; bloemen zijn welriekend, indigoblauw getint.