W.N.-Amerika, Alaska; 1,5-2 m.
Bij ons compact groeiend met sterk vertwijgde, enigszins gegroefde rood-bruine twijgen. Bladeren zeer kort gesteeld, 2,5-6 cm lang, omgekeerd-lancetvormig, met genaaide top en gave rand, geheel kaal.
Bloeit Juni-Juli met meestal alleenstaande tot 2,5 cm brede bloemen aan het einde der twijgen. Kelkbladen smal, teruggeslagen; kroonbladen vrijstaande, rosé, met geel gekleurde rand, sterk afstaande; doosvrucht 6-7 mm in diameter, aan de basis met blijvende kelkbladen.