Gepubliceerd op 15-03-2019

Chamaedáphne calyculáta MOENCH

betekenis & definitie

N.-Amerika, N.-Europa, N.-Azië; 60 cm.

Synoniem: Andrómeda calyculáta L., Lyónia calyculáta REICHENB., Cassándra calyculáta D. DON.

Zeer nauw aan Andrómeda verwant; van deze zich voornamelijk onderscheidend door de alleenstaande, okselstandige bloemen en beschubde twijgen en bladeren, een breed uitgroeiend struikje vormend met kort gesteelde, ovale bladeren, in April bloeiend met kleine, kort gesteelde, kruikvormige bloemen aan het einde der éénjarige takken, schijnbaar een eindstandige tros vormend. Twijgen dun, overhangend, beschubd; bladeren 1-3,5 cm lang, aan tot 4 mm lange bladsteel, top en bladvoet stomp, rand spaarzaam beklierd, gaaf of zeer zwak gekarteld;

bovenzijde grijs-groen, beschubd, onderzijde dicht bruin beschubd. Kelkslippen zeer fijn gewimperd, even lang als of langer dan bloemsteel; bloemkroon 6-8 mm lang, aan de top ingesnoerd en kort 5-tandig;

stijl even lang als bloemkroon.

Ch.c.var. nána REHD., Synoniem: Andrómeda calyculáta var. nána LODD., A.vaccinioídes HORT., hoogstens 30 cm hoog wordend, met iets kleinere bladeren en horizontaal afstaande twijgen.

< >