M.- en W.-China; 25 m.
Synoniem: C.sutchuenénsis DODE.
Opgaand groeiend met geheel kale, jonge twijgen;
bladeren 12-20 cm lang, breed-eivormig, top kort toegespitst, bladvoet zwak hartvormig, soms bijna vlak, geheel kaal; bladstelen 4-10 cm lang en evenals de hoofdnerf in het voorjaar iets bruin getint.
Bloeit in Juli in eindstandige trossen van 6-15;
bloemen 3-3,5 cm lang, rosé, aan de binnenzijde met oranje-gele vlekken.
Beide bovenstaande soorten verlangen een beschutte standplaats; bij ons worden de bladeren niet zo groot als hierboven is aangegeven.