Gele berk N.-Amerika; 20-25 m.
Middelhoge, snelgroeiende boom met betrekkelijk smalle spitse kroon, donkergrijze stam en hoofdtakken. Bladeren bovenzijde donkergroen, de nerven duidelijk afstekend, onderzijde licht- of geel-groen, blijvend behaard, ei-lancetvormig met 8-11 paar zijnerven, bladvoet zwak hartvormig afgerond, top spits, gelijkmatig toelopend, bladeren dubbel gezaagd; de grootste breedte der bladeren gewoonlijk boven het midden. Bloeit begin Mei; ♀ katjes 2-3 cm lang, tamelijk dik.
