M.-China; 2 m.
Synoniem: B. lévis C.S., B. wallichiána HEMSL..
Opgaand groeiende struik met lichtgrijze, aan de top gegroefde twijgen, met meestal 3-delige, zeer stevige bladdorens. Bladeren lederachtig, 4-9 cm lang, bovenzijde glanzend donkergroen, onderzijde lichter getint, lang-lancetvormig, top spits, bladrand doornig gezaagd, bladsteel 1-5 mm.
Bloeit in Mei met citroengele, aan de buitenzijde iets lichtrood getinte bloemen, meestal 4-8 bijeen. Vruchten rond, 5-7 mm lang, zwart, berijpt.