Haagbeukbladige esdoorn Japan;10-15 m.
Gebergteboom van Japan, opgaand groeiend, een breed pyramidale kroon vormend. Oppervlakkig gelijkt deze boom meer op Carpinus, de haagbeuk, dan op een esdoorn, doch de overstaande, veelschubbige knoppen, de bloemen en vruchten doen ons wel degelijk zien dat het een esdoorn is. Bij ons komt deze soort niet veel voor en dan alleen als opgaand groeiende struiken. Zij verlangt een beschutte standplaats en een vruchtbare, liefst leemhoudende bodem.
Jonge twijgen purperrood, geheel kaal; knoppen klein, soms met bijknoppen en veelschubbig; bladsteel 1-1,5 cm; bladeren bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde iets lichter en langs de nerven blijvend behaard, in het najaar rood verkleurend, eivormig of lang-eivormig, top meestal toegespitst, bladrand dubbel gezaagd, bladvoet meestal afgerond, meer dan 14 paar evenwijdig lopende en tot de bladrand doorlopende nerven.
Bloeit in Mei met kleine, groene bloemen zonder kroonblaadjes in weinigbloemige, hangende trossen; vruchten onbehaard, vruchtvleugels onder een stompe hoek staand, de toppen breder en iets naar elkander toegebogen. Vermenigvuldiging door zaad of afleggen.