Gepubliceerd op 19-03-2019

Abélia triflóra R.BR

betekenis & definitie

N.W.-Himalaya; 4 m.

Hoog opgroeiende struik met eerst iets aanliggend behaarde, later geheel kale twijgen. Bladeren zeer kort gesteeld, 3-7 cm lang, lancetvormig of langeivormig, met spitse top en breed-wigvormig toelopende of afgeronde bladvoet, rand meestal gaaf, aan jonge bladeren gewimperd, aanvankelijk de onderzijde iets behaard, later geheel kaal.

Bloeit in Juni-Juli met witte of iets rose getinte ruikende bloemen aan het einde der twijgen; bloemen 15-18 mm lang, met 5 smalle kelkslippen; kroonbuis naar de basis smal toelopend; kroonbladen meer vlak staand.

< >