Gepubliceerd op 17-01-2021

Uitlaatgassen

betekenis & definitie

o. (mv.), verbrandingsprodukten die vrijkomen in de cilinder van verbrandingsmotoren en via de uitlaatleiding naar de omgeving worden afgevoerd.

© De samenstelling van de uitlaatgassen hangt o.a. af van de gebruikte brandstof, benzine, LPG of dieselolie, en de wijze waarop de motor gebruikt wordt, overbelast, stationair of draaiend op een hoog toerental. Het grootste deel van de uitlaatgassen bestaat uit kooldioxide en water. Daarnaast komen voor: koolmonoxide, koolwaterstoffen, stikstofoxiden, gecondenseerde aromatische verbindingen en bij benzine waardan tetraëthyllood als additief is toegevoegd, diverse loodverbindingen. De dieselmotor levert in de uitlaatgassen geen loodverbindingen, maar wel naast dezelfde produkten als de benzinemotor koolstof (roet) en zwavelverbindingen. LPG geeft met benzine vergelijkbare verbrandingsprodukten. Deze stoffen die in min of meer kleine hoeveelheden voorkomen, zijn alle giftig en daardoor schadelijk voor plant, dier en mens.

Daar waar een grote verkeersconcentratie is, bestaat gevaar voor fotochemische → smog. De loodverbindingen in de uitlaatgassen slaan langs de wegen neer en vormen een gevaar voor de planten. Om de vervuiling van de atmosfeer tegen te gaan bestaan, behalve vermindering van het gebruik van motoren, een aantal methoden. Bij bestaande motoren is het juist afstellen ervan, zodat de brandstof optimaal verbrandt, erg belangrijk. Hierdoor wordt de vorming van koolmonoxide en koolwaterstoffen tot een minimum beperkt. Het koolmonoxidegehalte wordt gehanteerd als criterium voor het beoordelen van de samenstelling en de schadelijkheid van de uitlaatgassen.

Het kan tijdens het afstellen van de motor gemeten worden, en is volgens de wet sinds 1971 aan een maximum gebonden (4,5 volumeprocent). Eveneens is in de wet het maximumgehalte aan zwavel (0,3 %) in dieselolie en lood (0,4 gr/1) in benzine vastgelegd. Het niet te snel optrekken en het met een gelijkmatige, niet te hoge snelheid rijden dragen ook bij tot vermindering van de luchtverontreiniging.

In ontwikkeling zijn de zgn. naverbranders waarin de uitlaatgassenbestanddelen die schadelijk zijn, worden omgezet in kooldioxide, water en het ongewenste maar minder schadelijke ammonia. Omdat de katalysatoren die in deze omzettingen nodig zijn door lood onwerkzaam gemaakt worden, moet loodloze benzine toegepast worden. Ook gewijzigde constructie van de motoren wordt overwogen. Afb.p.596.