Freiherr, Duits jurist en politicus, *15.4.1920 Stuttgart; broer van → C.F. von Weizsacker. Von Weizsacker diende tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Duitse leger.
Na de oorlog studeerde hij geschiedenis en rechten te Göttingen. Von Weizsacker naakte snel carrière in het bedrijfsleven, d.a. bij Mannesmann en Boehringen Sohn. Daarnaast hield hij zich bezig met kerkpolitiek en de landelijke politiek. Hij is sedert 1962 lid van het presidium van de Duitse Evangelische Kerk. Von Weizsäcker, die in 1954 lid van de CDU was geworden, werd in 1969 in de Bondsdag gekozen. In febr. 1972 hield hij twee redevoeringen in de Bondsdag die van grote invloed waren op de Duitse politiek ten aanzien van Oost-Europa. In 1974 was hij presidentskandidaat, maar werd hij door W.Scheel verslagen. In 1979 werd Von Weizsäcker kanselier van Berlijn en wist zich daar met een minderheidsregering te handhaven. Begin 1984 werd hij tot bondspresident gekozen als opvolger van K.Carstens. Wekwerth, Manfred, Duits regisseur, *3.12.1929 Kothen. Wekwerth werkte eerst in het amateurtheater en kwam in 1951 bij het Berliner Ensemble, waar hij samenwerkte met o.a. B.Brecht. Vanaf 1953 regisseerde hij daar vooral diens stukken. In 1969 verliet hij dit Ensemble. Hij werkte daarna bij een aantal theaters in de DDR. In 1975 werd hij directeur van het Instituut voor Toneelregie in Oost-Berlijn en in 1977 directeur van het Berliner Ensemble. Hij schreef enkele theoretische werken over het sociaal-realistische theater, o.a. Theater in Veränderung (1960) en Theater und Wissenschaft (1971).