een van de mensenrechten. Uitgaande van de gedachte dat ontwikkeling van sociaal-economisch ten achter geraakte maatschappijen een onontbeerlijke voorwaarde is voor een ware beleving van fundamentele menselijke rechten, is men gekomen tot de stelling dat een recht op ontwikkeling behoort te worden erkend.
De Algemene Vergadering van de VN kwalificeerde op 23.11.1979 het recht op ontwikkeling als een fundamenteel menselijk recht. Op instigatie van de VN-Commissie voor Mensenrechten houdt sinds 1981 een werkgroep van regeringsdeskundigen zich bezig met het onderwerp, met als doel te komen tot een Verklaring inzake het recht op ontwikkeling. De werkgroep is het erover eens dat men zowel in individuele als in collectieve zin van een ‘recht op ontwikkeling’ kan spreken en dat ‘ontwikkeling’ méér omvat dan economische groei. Het collectieve recht op ontwikkeling meent men te kunnen baseren op het handvest van de VN en andere ‘fundamentele beginselen van internationale betrekkingen’,