met de geneeskunst samenhangend, maar er niet direct toe gerekend, beroep. Op 4.5.1981 dienden de Ned. staatssecretaris E.Veder-Smit (Volksgezondheid) en minister J.de Ruiter (Justitie) een voorontwerp van wet in, op basis waarvan er een Wet Beroepsuitoefening Individuele Gezondheidszorg (BIG) zal komen.
Met deze wet zullen dan een achttal bestaande wetten kunnen worden ingetrokken, o.a. de Wet Uitoefening Geneeskunst (1865) en de Wet op de Paramedische Beroepen (1963). De nieuwe wet zal op de volgende beroepen in de gezondheidszorg betrekking hebben: arts, tandarts, apotheker, klinisch chemicus, klinisch psycholoog, fysiotherapeut, oefentherapeut-Mensendieck, oefentherapeut-Cesar, diëtist, mondhygiënist, orthoptist (geen oogarts), radiodiagnostisch laborant, logopedist, ergotherapeut, (adjunct-)medisch analist, verloskundige, verpleegkundige, ziekenverzorger, apothekersassistent, opticiën. Voor al deze beroepen worden de eisen omschreven waaraan voldaan moet zijn om in aanmerking te komen voor erkenning en opneming in een register. Er wordt nog onderzocht of aan deze lijst ook nog de psychotherapeuten moeten worden toegevoegd. Wat betreft de acupunctuur wacht men de uitslag van de maatschappelijke discussie hierover nog af.Zodra de nieuwe wet in werking treedt, mogen nog alleen bevoegde en geregistreerde hulpverleners een bepaalde titel voeren. Een onbevoegde mag wel hulp verlenen, maar bepaalde handelingen mogen alleen bevoegde beroepsbeoefenaars uitvoeren. Dit betreft: heelkundige (d.i. chirurgische), tandheelkundige en verloskundige handelingen, het geven van injecties, het verrichten van puncties, het voorschrijven van bepaalde medicijnen, het toedienen van algehele narcose, het toepassen van bestralingsapparatuur. Zowel onbevoegden als bevoegden zijn strafbaar wanneer zij hun bevoegdheden te buiten gaan en aanzienlijke schade aanrichten.
Met de nieuwe wet zullen ook ingrijpende veranderingen in het tuchtrecht ingevoerd worden. Zo zal voortaan over alle klachten die het tuchtcollege bereiken, advies uitgebracht moeten worden door de Inspectie voor de Volksgezondheid. Alle veroordelende uitspraken van het tuchtcollege, behalve de waarschuwing, zullen dan openbaar zijn.
