Gepubliceerd op 17-01-2021

Ludwig hoelscher

betekenis & definitie

Duits cellist, *23.8.1907 Solingen. Hoelscher studeerde in Keulen, München, Leipzig (bij J.Klengel) en Berlijn (bij H.Becker), kreeg in 1930 de Mendelssohnprijs en werd in 1936 hoogleraar aan de Musikhochschule te Berlijn.

Later leidde hij een meesterklasse aan het Mozarteum en de zomercursussen van de internationale academie te Salzburg. Sinds 1931 maakt hij concertreizen door geheel Europa en het Verre Oosten, waarbij hij vaak optreedt met het Elly-Ney-trio. In 1953 verleende de kunstacademie van Tokio hem een ereprofessoraat. Sinds 1954 leidt hij een meesterklasse aan het conservatorium te Stuttgart. Hoelscher is een impulsief musicus. Zijn spel is expressief.

Hij vertolkt zowel klassieke (m.n. de solosuiten van J.S.Bach) als eigentijdse muziek. Van werken van o.a. W.Gieseking (met wie hij, samen met G.Taschner, van 1946-47 een trio vormde), J.N.David, H.W.Henze en W.Fortner speelde hij de eerste uitvoering. Werk: H.Pfitzner und seine Werke für Violoncello (1967).Litt. E.Valentin, Cello, das Instrument und sein Meister L.Hoelscher (1955); M.Kaindl-Hönig, L.Hoelscher (1962); W.E.von Lewinski, L.Hoelscher (1967).

< >