o., radioactief afval.
© Kernafval is voor een deel afkomstig van kerncentrales (en andere fabrieken, betrokken bij de produktie en verwerking van kernbrandstof), voor een ander deel van ziekenhuizen en laboratoria die radionucliden gebruiken voor allerlei onderzoek. Men maakt bij het kernafval onderscheid tussen laag-, middel- en hoogradioactief afval. Laagradioactief afval heeft een radioactiviteit van minder dan 0,1 Ci/m3 = 3,7 MBq/m3 (megabecquerel); middelradioactief afval 0,1-1000 Ci/m3.
Laag- en middelradioactief afval wordt gewoonlijk samengeperst en ingegoten in beton waarna deze blokken in de Atlantische Oceaan gestort worden of (zoals in de BRD) opgeslagen in een verlaten zoutmijn. Het hoogradioactief afval wordt eerst opgeslagen om de radioactiviteit te doen afnemen waarna het verder behandeld wordt als middelradioactief afval. Extra problemen geeft het afval van kerncentrales en opwerkingsfabrieken. Dit afval is niet alleen buitengewoon radioactief maar het bevat zeer langlevende (b.v. technitium-99 met halveringstijd 210000 jaar) en uiterst giftige elementen (plutonium, actiniden). Deze stoffen moeten zodanig opgeslagen worden dat zij niet in het biologische milieu terecht kunnen komen. Aangezien de radioactiviteit van een stof slechts langzaam afneemt (na 10 halveringstijden slechts een factor 1000), moet men de veilige opslag kunnen garanderen over perioden van honderdduizenden jaren.
Opslag in geologische formaties (zoutkoepels) kan dit nauwelijks, storten in beton en daarna dumpen in diepzee helemaal niet garanderen. Als veilige oplossing wordt wel gesuggereerd om het afval met raketten de zon in te schieten. De ruimtevaart is vooralsnog niet in staat dit met absolute veiligheid te doen en deze oplossing is tot dan niet aanvaardbaar. Een ongeluk met een dergelijke raket zou een wereldramp betekenen. LiTT. J.D.Fast, Energie uit atoomkernen (1980).