Gepubliceerd op 05-06-2021

Kaapverdische eilanden

betekenis & definitie

(Port.: Ilhas do Cabo Verde, Groene Kaap), presidentiële republiek, archipel in de Atlantische Oceaan, voor de kust van Senegal, 720 km ten westen van Dakar; 4160 km2, 330000 inw. Hoofdstad: Praia.

ECONOMIE

De Kaapverdische Eilanden, die in de Sahelgordel liggen, hadden vanaf 1968 zwaar te lijden van de aanhoudende droogte. Onder normale omstandigheden werkt 75 % van de beroepsbevolking in de landbouw, maar als gevolg van de droogte heerste er grote werkloosheid. Van de veestapel moest 80 % worden afgemaakt en de landbouwproduktie van suikerriet, bananen en koffie viel tot 10 % van de normale produktie terug. Het land bleef sterk afhankelijk van de hulpverlening van Europa, de Arabische landen, Japan en de VN.

De visvangst (8840 t) is de belangrijkste bron van inkomsten. Die vertegenwoordigt 70 % van de totale exportwaarde.

POLITIEK

De Kaapverdische Eilanden begonnen aan een moeizame worsteling met de koloniale erfenis: een lage onderwijsgraad, een gebrekkige infrastructuur en ontbossing. De regering deed vooral moeite om het zeer beperkte landbouwareaal- voor verdere erosie te vrijwaren. Met de strategische ligging van de eilandengroep als inzet slaagde de regering erin belangrijke ontwikkelingskredieten te verkrijgen, zowel uit het westen als uit het oostblok. De staat ontsnapte vooralsnog aan de politieke kinderziekten die de meeste andere Afrikaanse landen in de dekolonisatieperiode teisterden. Het land werd geregeerd door de eenheidspartij Partido Africano da Independência da Guiné e Cabo Verde (PAIGC), maar de bevolking had vanaf het gemeentelijk niveau reële inspraakmogelijkheden.

De staatsgreep die op 15.11.1980 in Guinee-Bissao tegen president Luiz Cabral werd gepleegd, bracht aan de confederatie van beide Portugese ex-kolonies een harde klap toe. De coup was nl. gericht tegen de grote invloed van Kaapverdianen op het vasteland. De op 7.12.1980 gekozen Kaapverdische Nationale Vergadering schrapte in 1981 de verwijzingen naar de unie met Guinee-Bissao uit de grondwet. De PAIGC werd omgedoopt in Partido Africano da Independência de Cabo Verde (PAICV). Secretaris-generaal van de partij Aristides Pereira werd op 12.2.1981 door het parlement als president herkozen.

De nationalisatie van de landbouwgrond in datzelfde jaar zorgde voor agitatie onder de meestal in het buitenland verblijvende grondeigenaars.

Die bundelden zich onder leiding van de laatste Portugese gouverneur Fonseca in een Unie voor de Onafhankelijkheid en de Democratie van Kaapverdië, maar het was duidelijk dat de sympathie van de eilandbevolking èn van de meeste in het buitenland verblijvende Kaapverdianen naar de regering bleef uitgaan. In de zomer van 1982 verzoenden Kaapverdië en Guinee-Bissao zich.