Gepubliceerd op 17-01-2021

Johan diedrich fast

betekenis & definitie

Ned. natuurkundige, *5.4.1905 ’s-Gravenhage. Fast trad na het doorlopen van de HBS in dienst van het Philips Natuurkundig Laboratorium, werd in 1939 bevorderd tot wetenschappelijk onderzoeker en in 1951 tot groepsleider.

Hij is autodidact. Fast werd in 1954 hoogleraar metaalkunde aan de Technische Hogeschool te Delft en in 1961 hoogleraar fysische chemie aan de Technische Hogeschool te Eindhoven. In 1965 verleende de Technische Hogeschool te Delft hem de titel eredoctor in de technische wetenschappen. Naast vele wetenschappelijke artikelen en boeken, w.o. Entropie (1959) dat ook in het Engels, Duits, Frans, Spaans en Japans vertaald werd, publiceerde hij de populair-wetenschappelijke werken: Materie en Leven (1972, 5e dr. 1979) en Energie uit atoomkernen (1980).