Gepubliceerd op 17-01-2021

Jemen

betekenis & definitie

1 (al Dzjoemhoeriya al Arabiya al Yamaniya; Noord-Jemen), republiek in de uiterste zuidwesthoek van het Arabisch Schiereiland, begrensd door de Rode Zee, de volksrepubliek Jemen en Saoedi-Arabië, 200000 km2. Hoofdstad: Sana’a.

POLITIEK De Jemenitische regering onder leiding van I.Hamdi, die in 1974 door een staatsgreep aan de macht was gekomen, voerde een beleid dat binnenslands gericht was op een snelle modernisering en buitenslands sterk georiënteerd op Saoedi-Arabië. Onder druk van Saoedi-Arabië begon een proces van toenadering tot Zuid-Jemen. Op 15 en 16.2.1977 ontmoetten de staatshoofden van de beide Jemens elkaar in Qataba, waar zij overeenkwamen een gezamenlijke raad te vormen, die zou bestaan uit de ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken, van Handel, van Industrie, van Landbouw en van Ontwikkeling. De toenadering tot Zuid-Jemen en de moderniseringspolitiek stuitten echter op verzet bij de noordelijke stammen. In juli 1977 kwamen zij in opstand tegen de regering in Sana’a. Op 11.10.1977 werd Hamdi, aan de vooravond van een bezoek aan Zuid-Jemen, vermoord.

Zijn opvolger Ahmed ibn Hoessein al-Ghasjmi trachtte door het verder aanhalen van de banden met Saoedi-Arabië en het temporiseren van de toenadering tot Zuid-Jemen de ontevreden elementen in Noord-Jemen de wind uit de zeilen te nemen. De vertraging van de toenadering tussen de beide Jemens ontaardde in de loop van 1978 echter in een ernstige verslechtering van de onderlinge relaties. De regering in Sana’a vermoedde Zuidjemenitische steun achter de opstand eind mei 1978 in het zuiden van het land onder majoor Abdoellah Abdel Alem, te meer toen Alem bij het mislukken van zijn rebellie naar Aden vluchtte. De moord op 25.6.1978 op al-Ghasjmi leidde tot gevechten aan de grens tussen de beide Jemens. De spanningen liepen verder op naar aanleiding van de mislukte aanslag op alGhasjmi’s opvolger Ali Abdoellah Saleh in sept. 1978 en een mislukte staatsgreep een maand later. Vanokt. 1978-jan. 1979 kwam het opnieuw tot een reeks grensindicenten, die in febr.-mrt. 1979 uitmondden in een openlijke oorlog.

Bemiddeling door de Arabische Liga resulteerde in een wapenstilstand. Tijdens topoverleg op 29.3.1979 in Koeweit kwamen de staatshoofden van Noord- en ZuidJemen overeen dat een oplossing van de onderlinge geschillen slechts gevonden zou kunnen worden in een vereniging van de twee landen. Het toenaderingsproces dat vervolgens opnieuw op gang kwam, resulteerde in mei 1980 in een overeenkomst tot coördinatie van de economische ontwikkelingsplannen. Een en ander ging gepaard met een toenadering van Noord-Jemen tot de USSR.

Litt. A.Rouaud, Le Yémen (1979).

2 (Dzjoemhoeriya al-Jaman al-Sja’biya alDimoekrjtiya; Zuid-Jemen), democratische volksrepubliek in het zuiden van het Arabisch Schiereiland, begrensd door de Arabische Zee, de Golf van Aden, Jemen, Saoedi-Arabië en Oman, 336871 km2. Hoofdstad: Aden, met al-Sja’b als administratieve hoofdstad.

POLITIEK In de loop van de jaren zeventig ontstonden binnen de politieke top in Jemen groeiende tegenstellingen Terwijl president Roebia Ali zich sinds zijn bezoek aan Peking in 1970 steeds nadrukkelijker op China oriënteerde, bepleitte de secretaris-generaal van het N L F, Abdoel Fattah Ismail, een op Moskou gerichte koers. De Moskougezinde factie gebruikte de moord op al-Ghasjmi, president van Noord-Jemen (24.6.1978) en de Noordjemenitische beschuldiging dat Zuid-Jemen daarbij betrokken zou zijn, als aanleiding om Roebia Ali af te zetten. Ismail werd de nieuwe sterke man; in dec. 1978 werd hij tot president gekozen. De algemene indruk dat de USSR haar positie in Zuid-Jemen door deze staatsgreep zag versterkt, werd bevestigd door de totstandkoming op 25.11.1979 van een Russisch-Zuidjemenitisch vriendschapsverdrag. Als gevolg van persoonlijke tegenstellingen binnen de Zuidjemenitische regering, die begin 1978 al hadden geleid tot gewapende botsingen tussen de privé-milities van Ismail en die van andere ministers, werd Ismail op 20.4.1980 ten val gebracht. Hij werd vervangen door zijn premier Ali Nasser Mohammed, die een meer ongebonden koers ging varen.

De betrekkingen tussen Zuid-Jemen en Noord-Jemen bleven wisselvallig. Na de normalisering van Zuidjemenitische betrekkingen met Saoedi-Arabië was een toenaderingsproces tot Noord-Jemen begonnen. Na de moord op de Noordjemenitische president al-Hamdi (11.10.1977) werd dat echter vertraagd, waarna de relaties in 1978 snel verslechterden. In febr.-mrt 1979 kwam het zelfs tot een openlijke oorlog, die door ingrijpen van de Arabische Liga werd beëindigd. Het toenaderingsproces, dat uiteindelijk een vereniging van de beide Jemens in één staat beoogt, werd daarna weer hervat.

< >