Gepubliceerd op 17-01-2021

Farmaceutische industrie

betekenis & definitie

tak van de chemische industrie die zich toelegt op het ontwikkelen, testen en produceren van geneesmiddelen.

Nederland In vergelijking met de rest van de chemische industrie zijn de problemen op het gebied van veiligheid en milieuverontreiniging voor de farmaceutische industrie klein. Mede hierdoor kon in 1976 nog een omzetgroei van 10 % in Nederland worden gehaald, terwijl in datzelfde jaar de rest van de chemische industrie slechts 3—5 % kon groeien. Toch is de groei aan het afnemen. In 1978 steeg de omzet van farmaceutische spécialités met 7,5 %, in 1979 nog slechts met 4,0 %. De totale jaaromzet aan geneesmiddelen was in 1979 in Nederland f 1061 mln. Er valt een verschuiving waar te nemen naar het gebruik van goedkopere middelen, dank zij een toenemende bewustwording van ziekenfondsen en consumentenorganisaties aangaande de kostprijzen van geneesmiddelen.

In juni 1977 heeft het Zwitserse bedrijf Hoffmann-La Roche & Co. AG op last van de Ned. regering de prijs van het door hem geproduceerde kalmeringsmiddel valium moeten verlagen, omdat deze volgens Ned. deskundigen in geen verhouding meer stond tot de kostprijs. Volgens de Ziekenfondsraad bedroegen de kosten aan geneesmiddelen per jaar per verzekerde f 132,47 in 1978. De Ned. farmaceutische industrie heeft op de wereldmarkt een sterke positie verworven op het gebied van hormoonpreparaten, antibiotica, kinine en kininederivaten. In 1976 bedroeg het exportoverschot nog bijna 50 %. Door de slechte concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van het buitenland, o.a. als gevolg van de waarde van de gulden en het geringe aantal innovaties, is in 1979 de uitvoer bijna gelijk aan de invoer geworden.

De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel duurt ca. 10 jaar. Tegen de tijd dat het op de markt wordt toegelaten, is het gekozen uit gemiddeld 6000-8000 nieuwe stoffen. Ondanks de hoge bedragen die aan de zeer intensieve research worden besteed (in Nederland omstreeks 1979 ca. f 170 mln. per jaar) is het aantal preparaten dat de markt haalt veel kleiner dan b.v. in de jaren 1945 —65; oorzaak daarvan zijn vooral de steeds strengere eisen, die eraan worden gesteld. Sinds 1967 is het aantal in Nederland geregistreerde spécialités afgenomen van 4305 tot 3601 in 1979. Deze cijfers hebben betrekking op alle presentatievormen van de betreffende geneesmiddelen (tablet, poeder, capsule, zetpil enz.). In feite kan de Ned. arts kiezen uit ca. 1500 geneesmiddelen.

Het aantal spécialités is in vergelijking met b.v. Groot-Brittannië, de BRD en Italië (ca. 20000) gering. Alleen in Zweden is het lager: 2600.

België In 1976 waren 14611 personen werkzaam in 147 farmaceutische bedrijven (industrie, research, groothandel). De omzet van de farmaceutische industrie bedroeg in dat jaar BF 9,25 mrd. (ca. f 649 mln.) wat een kleine omzetdaling inhield ten opzichte van 1975; toen beliep dat bedrag BF 9,35 mrd. Per jaar wordt per hoofd van de bevolking voor ca. BF 1596 (f 114; 1975) aan geneesmiddelen uitgegeven. Door de gezondheidszorg werd voor BF 13,6 mrd. (f 971 mln.) aan spécialités, en voor BF 1,9 mrd. (f 136 mln.) aan in ziekenhuizen gebruikte geneesmiddelen uitgegeven. Het aantal geregistreerde spécialités bedroeg 6500.

Evenals in Nederland worden de geneesmiddelenprijzen kritischer bekeken. Zo stelde de EG-commissie in 1977 een onderzoek in naar de handelsprijs van het middel Primperan, dat bij maagklachten wordt voorgeschreven. Het werkzame deel wordt door het bedrijf Delaire in Frankrijk geproduceerd en komt via een flinke omweg tegen ca. 80 maal de kostprijs op de markt.