Gepubliceerd op 17-01-2021

Databank

betekenis & definitie

v./m. (-en), gegevensbestand in machineleesbare vorm.

© Na de ontwikkeling van mechanische adresbestanden in de administratieve sector werd bij de komst van de computer de mogelijkheid geschapen om databanken te stichten. M.n. door het opslaan van gegevens in geheugens in een willekeurige volgorde (at random), kan men de gegevens vanuit verscheidene aanknopingspunten benaderen. Op deze manier kunnen op een adresbestand sorteerprogramma’s worden losgelaten, b.v. om te selecteren naar alfabet, straatnamen, postcodes en plaatsnamen.

In de administratieve automatisering hebben de databanken vaak betrekking op persoonsgegevens. Het beheer ervan is in handen van particuliere instellingen, bedrijven of overheidsinstanties. Deze vorm van opslag en het beheer roepen vragen op wat betreft de privacy van de burgers.

Vanuit de sector van de geautomatiseerde tekstopslag zijn databanken ontwikkeld van wetenschappelijke litteratuur (bibliografische databanken), tekstdatabanken (full-text) en cijfermateriaal (zakelijke databanken). Deze databanken worden meestal met andere databanken in een informatiesysteem ondergebracht, dat via het openbare telefoonnet en een terminal bereikbaar is. In Nederland werkt Kluwer’s Juridische Databank. Ook de gegevensverzamelingen in de viewdata-computers, zoals de Ned. Viditel, worden databanken genoemd.

Litt. Eindrapport van de Staatscommissie bescherming persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties (1976).