oproep van ruim 300 Tsjechoslowaakse dissidenten, via de westelijke media gepubliceerd op 1.1.1977. Het manifest beriep zich. waar het mensenrechten betrof, op de Slotacte van Helsinki (→ Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa).
Die rechten komen ook voor in de grondwetten van de Europese communistische landen. Niettemin werden de ondertekenaars als ondermijnende elementen gebrandmerkt. Bij een staatsbezoek in hetzelfde jaar aan Tsjechoslowakije ontving de toenmalige Ned. minister van Buitenlandse Zaken M.van der Stoel de Charta-woordvoerder Jan Patocka, wat de ontstemming van de Tsjechoslowaakse autoriteiten opwekte. Patocka werd aan een politieverhoor onderworpen en stierf enkele weken later aan een hartaanval. Charta 77 heeft internationaal sterk de aandacht getrokken. Dit bleek o.a. tijdens de Toetsingsconferentie van Belgrado (1977) , waar de evaluatie van de Slotakte van Helsinki plaatsvond.