Gepubliceerd op 05-06-2021

Aids

betekenis & definitie

(afk. van: acquired immune deficiency Syndrome), plotselinge sterke vermindering van de natuurlijke weerstand m.n. tegen infecties, waardoor allerlei ziekteverschijnselen ontstaan. AIDS werd in 1981 voor het eerst beschreven bij homoseksuele mannen.

Sindsdien bestaat er een exponentiële stijging van het aantal nieuwe gevallen. Inmiddels zijn enkele duizenden patiënten geregistreerd, van wie de meesten zijn overleden.Bij patiënten met AIDS is het aantal lymfocyten afgenomen (lymfocyten werken als anticellen tegen o.a. micro-organismen). De patiënten zijn daardoor veel gevoeliger voor allerlei infecties met bacteriën, virussen en schimmels. Aanvankelijk werd de immuunstoornis in verband gebracht met het grote aantal wisselende homoseksuele contacten, het gebruik van drugs en ‘poppers’ (snuiven van amylnitriet) en een groot aantal doorgemaakte seksueel overdraagbare aandoeningen. Later werd de ziekte ook waargenomen bij lijders aan hemofilie die stollingsfactoren toegediend hadden gekregen, mensen afkomstig uit Haiti en enkele Centraalafrikaanse landen en - tot nu toe sporadisch - bij kinderen en partners van patiënten met AIDS.

Epidemiologisch gezien is de meest waarschijnlijke oorzaak besmetting met een of ander micro-organisme, dat de afweer aantast. AIDS kan worden overgebracht door bloed en lichaamsprodukten die bloed kunnen bevatten. De incubatietijd varieert van zes maanden tot vier jaar. Het is niet bekend in welke fase van de ziekte de patiënt besmettelijk is voor anderen. Algemeen wordt de besmettingsgraad als laag beschouwd, omdat anders de verspreiding binnen de risicogroepen nog veel explosiever zou zijn verlopen. Dit blijkt ook uit het feit dat er voor artsen, verpleegkundigen en laboratoriumpersoneel geen verhoogde kans op de ziekte is waargenomen, ondanks het feit dat zich bij hen inmiddels talloze incidenten, zoals het prikken aan een naald, hebben voorgedaan.

De verschijnselen van AIDS lopen uiteen, omdat allerlei infecties mogelijk zijn. Er kan b.v. een zeldzame, ernstige vorm van longontsteking ontstaan, een uitgebreide schimmelinfectie, gezwelvorming op allerlei plaatsen in de huid (sarcoom van Kaposi). Veel patiënten hebben verscheidene infecties tegelijk. Vaak heeft de patiënt ook gezwollen lymfklieren, diarree en gewichtsverlies. Voor de risicogroepen heeft men in de VS, waar de ziekte het meest voorkomt, een aantal aanbevelingen gedaan om de verspreiding zo veel mogelijk tegen te gaan. Seksueel contact met AiDS-patiënten of met hen bij wie aan AIDS wordt gedacht, wordt ontraden. Daarnaast acht men het raadzaam dat risicogroepen geen bloed geven.

Wat betreft het omgaan met AIDS-patiënten in ziekenhuizen worden dezelfde voorzorgsmaatregelen aanbevolen zoals die bij hepatitis B in acht moeten worden genomen. De prognose van een AIDS-patiënt is zeer ongunstig. De meeste infecties laten zich redelijk goed behandelen, maar de één is nog niet onderdrukt of de volgende dient zich al weer aan. De behandeling van de ziekte zou in principe gericht moeten zijn op herstel van de immuniteit. Pogingen hiertoe hebben nog geen effect gehad. [dr.J.J.E.van Everdingen]

< >