De vernederlandste vorm van een Griekse samenstelling die “grote ordening” betekent, of eenvoudiger, het grote ordelijke stelsel van hemellichamen van allerlei aard met hun verschillende bewoners, wat tevens het uiterst belangrijke feit inhoudt dat deze ordening het gevolg is van innerlijke, ordelijke processen, teweeggebracht door inwonende bewustzijnen. In andere en meer moderne termen uitgedrukt, is de Macrokosmos het onmetelijke, ons omringende heelal, dat geen aanwijsbare grenzen heeft en waarbij bijzondere nadruk moet worden gelegd op de innerlijke, onzichtbare en etherische gebieden.
Naar de visie of opvatting van de Ouden was de Macrokosmos een bezielde kosmische Entiteit, een Animal in de Latijnse betekenis van dit woord, een organisme dat een besturende en leidende ziel bezit. Maar dit was slechts de algemene of exoterische zienswijze. In de mysteriescholen van de oudheid heerste de opvatting dat de Macrokosmos niet alleen was wat hierboven werd vermeld, maar ook dat hij, om precies te zijn, uit zeven, tien en zelfs twaalf gebieden of stadia van bewustzijn-substantie bestond, die zich uitstrekten van het supergoddelijke, via alle tussenliggende fasen, tot het stoffelijke en zelfs tot stadia onder het stoffelijke, en alle opgenomen in één kosmisch organisch geheel, of wat men een heelal noemt. In deze betekenis van het woord is Macrokosmos slechts een andere naam voor kosmische hiërarchie (vgl. dit laatste) en we moeten in dit verband wel bedenken dat deze hiërarchieën eenvoudig ontelbaar in aantal zijn en niet alleen de ruimten van de grenzeloze RUIMTE vullen, maar dat ze die in feite vormen en zijn.Men stelde zich de Macrokosmos voor, niet alleen vol goden, maar ook vol ontelbare menigten of scharen van evoluerende entiteiten, van volledig zelfbewuste tot half-zelfbewuste, en omlaag via gewoon bewuste tot de “onbewuste”. Let wel dat bij strikt taalgebruik de term Macrokosmos nooit werd toegepast op het grenzeloze, op de grenzeloze, onbegrensde oneindigheid, wat de Kabbalisten “En-sōf” noemden. In de Archaïsche Wijsheid was de Macrokosmos, gezien in zijn oorzakelijk aspect, feitelijk op één lijn te stellen met wat moderne theosofen het Absolute (zie aldaar) noemen.