Nieuwe Woorden Netwerk

Redactie Ensie (2020)

Gepubliceerd op 16-04-2021

aak

betekenis & definitie

aek. Tot in de negentiende eeuw het kleinste Maasschip, inhoud ca. 10 ton. Grote open boot zonder mast of roer, voortbewogen met een boom en gestuurd met een roeiriem, vaak niet meer dan een drijvende bak achter een grotere boot. Dikwijls gebruikt voor vervoer van lijnpaarden, die grotere schepen na een stranding in de Maas moesten vlot trekken; zie barge; coppeleye; paatschip; pont.

L: Maasgouw 81 (1962) 117-121 [Bauduin]. Eenheid 1989,6994 [Van der Eycken]. ALT, 232 [Ingrid Evers].