Nina Geuskens

Student aan de/het Radboud Universiteit Nijmegen

Gepubliceerd op 04-10-2015

Spanje

betekenis & definitie

Spanje, officieel het Koninkrijk Spanje, is een land op het Iberisch schiereiland in het zuidwesten van Europa. Het land is zeer divers met haar verschillende culturen, talen, eetgewoonten en klimaten.

Het land telt op 1 januari 2011 47.190.493 inwoners op een oppervlakte van 505.954 km². Buiten het vaste land, behoren ook de eilandgroepen Balearen, de Canarische Eilanden en de Spaanse exclaves tot Spanje. Spanje is verdeeld in 19 autonome gebieden. De hoofdstad van Spanje is Madrid, dat keurig in het centrum van het land gelegen is.

Spaans wordt wereldwijd door meer dan 400 miljoen mensen als eerste taal gesproken. Hiermee is het de tweede wereldtaal na het Mandarijn. Spaans wordt in 23 landen, verspreid over 4 werelddelen, gesproken. De taal die men spreekt in Spanje is het Castiliaans, wat wij het Spaans noemen. Naast het Castiliaans zijn er in Spanje nog drie streektalen en een aantal dialecten. De drie streektalen zijn het Catalaans, het Baskisch en het Galicisch. Dit zijn allemaal Romaanse talen en stammen af van het Latijn.

Spanje betekent veel op het gebied van cultuur. Niet alleen in de literatuur, maar ook in de schilderkunst, gastronomie, sport, media als in de feesten is Spanje zeer typisch.

Het vasteland van Spanje is qua klimaat in drie zones te verdelen: een Atlantisch zeeklimaat in het noorden en westen, een Mediterraan landklimaat in het centrum van Spanje, en een Mediterraan zeeklimaat in de kustgebieden van Oost- en Zuid-Spanje. Op de Canarische Eilanden is het voornamelijk subtropisch.

De Spaanse keuken bestaat in feite uit vele regionale keukens, zoals de Catelaanse, Galicische of Baskische keukens die allen onderling sterk verschillen. Een aantal typische Spaanse specialiteiten zijn paella, tapas, vis en vele soorten wijnen.