(ordinale schaal, rangordeschaal)
Schaaltype waarbij er een rangorde tussen de schaalwaarden bestaat, maar er geen gelijke afstanden tussen de achtereenvolgende schaalwaarden verondersteld worden. De cijfers die toegekend worden aan de schaalwaarden zijn slechts rangnummers. Er is niet mee bedoeld dat het verschil tussen schaalwaarden 2 en 3 even groot is als dat tussen schaalwaarden 4 en 5. Voorbeelden: antwoordschalen (nooit, zelden, vaak, altijd), opleiding (mavo, havo, hbo, wo), bedrijfsgrootte (minder dan tien werknemers, 11 -200 werknemers, meer dan 200 werknemers). De term ordinale schaal is minder correct dan de term ordinaal meetniveau.