Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 02-03-2019

Ontogenie

betekenis & definitie

Ontwikkeling; wordingsgeschiedenis van een volwassen individu vanuit een bevruchte eicel

Naast ontogenie wordt ook de term ontogenese gebruikt om de biochemische en celfysiologische processen aan te duiden die ten grondslag liggen aan een ontogenie. Ontogenie wordt vaak gelijk gesteld aan vergelijkende embryologie en organogenese, maar in principe hoort de periode na de geboorte (tot aan volwassenheid) ook tot de ontogenie. Er is een groeiende realisatie onder wetenschappers dat de adolescentie als cruciale periode in de ontogenie van de mens speciale aandacht verdient.

De ontogenie van een soort heeft een parallel in zijn fylogenie. Als twee soorten in hun ontogenetische ontwikkeling grote overeenkomst vertonen is dat een aanwijzing dat ze een gemeenschappelijke voorouder gehad hebben. In de “Biogenetische Grundgesetz” geformuleerd door Ernst Haeckel werd de parallel tussen ontogenie en fylogenie uitgelegd als een gevolg van het stapelen van steeds nieuwe ontogenetische programma’s op de al bestaande, waardoor die als het ware op elkaar gedrongen werden in de embryonale ontwikkeling. Het gevolg was, volgens Haeckel, dat je aan de ontogenie een versnelde versie van de fylogenie kunt aflezen (de recapitulatietheorie). Deze interpretatie is echter niet correct gebleken en wordt nu als achterhaald beschouwd.

Ontogenie omvat zowel de somatische als de reproductieve ontwikkeling. Deze twee processen kunnen ten opzichte van elkaar van snelheid veranderen; zulke relatieve vertragingen of versnellingen, genaamd heterochronie, vormen een uiterst belangrijk mechanisme van verandering in de evolutie van de mens.

De enigszins ouderwetse en beschrijvende term ontogenie heeft nu vrijwel plaatsgemaakt voor het bredere vakgebied van de ontwikkelingsbiologie, waarin de mechanismen van celdifferentiatie, epigenetica en genregulatie op moleculair niveau bestudeerd worden.