Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 06-10-2019

Biogeografie

betekenis & definitie

Wetenschap die zich richt op het verspreidingsgebied van soorten en de samenstelling van levensgemeenschappen als functie van aardkundige factoren die samenhangen met natuurlijke grenzen in het landschap, de breedtegraad, de positie van continenten en de evolutionaire geschiedenis

Biogeografie heeft deels een beschrijvend-ecologische component (ook genoemd macro-ecologie) die zich richt op zaken als de grootte van een areaal, de verschillen in biodiversiteit op aarde en de samenstelling van eilandgemeenschappen. Biogeografen stellen de vraag hoe deze ruimtelijke patronen veranderen als gevolg van dispersie, migratie en extinctie. Anderzijds kent de biogeografie een historische insteek die zich richt op klimatologische variabelen in het verleden, de positie van landmassa’s en de verbindingen tussen oceanen als verklarende factoren voor het vroegere en huidige verspreidingsgebied.

Bij deze ecologische en historische benaderingen hebben zich in de laatste decennia nieuwe disciplines gevoegd. Allereerst zijn dat geostatistiek en aardobservatie vanuit de ruimte, beide gericht op het maken van kaarten vanuit ruimtelijke autocorrelatie, d.w.z. overeenkomsten tussen meetreeksen die veroorzaakt worden door nabijheid. Verder is de combinatie van ruimtelijke gegevens met genetische verwantschapsanalyse populair geworden, een vakgebied dat fylogeografie genoemd wordt. Tenslotte vinden ook toegepaste benaderingen zoals natuurbeheer en invasie-ecologie hun basis in de biogeografie.

Ook voor de evolutiewetenschappen is biogeografie een onmisbaar vakgebied omdat veel evolutionaire processen een ruimtelijke component hebben, bijv. reproductieve isolatie, allopatrische speciatie, isolatie door afstand, ecogeografische regels, enz. Heel bekend is de evolutie van de zoogdieren die sterk is beïnvloed door continentale drift tijdens het Mesozoïcum. De Amerikaanse ornitholoog Jared Diamond liet in zijn boek “Guns, Germs and Steel” zien dat ook het ontstaan van culturele verschillen tussen menselijke bevolkingen sterk bepaald is door geografische omstandigheden zoals eilanden, zeeën, hooggebergtes, klimaatzones en de oriëntatie van continenten langs de breedte- of lengteassen van de aarde.