Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Tropenjaren

betekenis & definitie

Tropenjaren - figuurlijk voor ‘zware, slopende jaren’.

Ik weet inderdaad niet of ik nog eens vier jaar in het parlement blijf. Dat mag duidelijk zijn. Voor mij zijn het tropenjaren. Haagse Post, 08-02-86

In Schullers ogen zijn de tropenjaren voor de vakbeweging nog lang niet voorbij. de Volkskrant, 20-01-90

Tropenjaren waren het geweest. Freek de Jonge: De brillenkoker, 1990

Na vier tropenjaren is mr L.A.J.M. de Wit geen persofficier van Justitie in Amsterdam meer. Het Parool, 06-04-91

Ze heeft er intussen vijf jaar op zitten aan het Leidseplein. Vijf tropenjaren waren het, althans: daarvan maakte ze in het verleden voortdurend gewag. de Volkskrant, 21-06-91

Wie de Bosnische oorlog aan de hand van die journalistieke woordenstroom uit binnen- en buitenland trachtte te volgen, heeft tropenjaren gemaakt. Elsevier, 04-01-97