Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Telematica

betekenis & definitie

Telematica - (van telecommunicatie + informatica), automatisering. Het eerste woordenboek waarin de term wordt opgenomen, is het Supplement (1984) op de Grote Winkler Prins. De term werd echter al in de jaren zeventig gebruikt. Het woord is eigenlijk in Vlaanderen ontstaan maar wordt sinds het midden van de jaren tachtig ook in Nederland gebruikt.

De automatisering - telematica noemen ze dat in Amsterdam met een mooi woord - wordt hier heel speciaal gericht op de handel en de haven. NRC Handelsblad, 31-08-87

De telematika rukt op in onze maatschappij. De produktie wordt geautomatiseerd, informatie wordt verzonden per computer, er is geen terrein in het dagelijks leven waar chips hun intrede nog niet gedaan hebben. De Morgen, 21-09-87

De sleutel naar een leven vol comfort lijkt te liggen in het samengaan van telecommunicatie en informatica; de ongekende mogelijkheden die uit deze combinatie voortvloeien zijn te vangen onder de naam ‘telematica’. Kijk, februari 1988

Ten kantore van Videotex ontvouwt Rob Harrems wat prikkelende ideeën over de nabije toekomst van de thuis-telematica. Niet alleen kun je er straks theaterkaarten mee reserveren of deelnemen aan een elektronische babbelbox; het wordt ook mogelijk om via de terminal aan relatiebemiddeling te doen. Haagse Post, 07-02-90

Telewerken is een verwarrend begrip. Het enige wat vaststaat, is dat je als telewerker gebruik maakt van telematica in je werk. Maar waar je dat doet, is variabel: thuis, gedeeltelijk op de zaak of op een telewerkverzamelkantoor. Opzij, december 1997

Bedrijven als KNP wijzen erop dat er te weinig wordt geïnvesteerd in telematica. Elsevier, 08-02-97