Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Technolease

betekenis & definitie

Technolease - (Eng.), wazige financiële constructie waarbij technologische kennis (knowhow) door een bedrijf verkocht wordt aan een financiële instelling om vervolgens het recht op gebruik van deze kennis van deze instelling te huren of te leasen. Eigenlijk gaat het om pure windhandel, want het is een papieren transactie waarbij de kennis geen millimeter van zijn plaats komt. Deze huurconstructie kan bedrijf en bank een groot belastingvoordeel opleveren. In 1997 vormde deze aanvechtbare constructie het voorwerp van kritiek. De Nederlandse regering had het slechts voor één geval toegelaten (Philips die in 1993 technologische kennis verkocht aan de Rabobank, een deal waarbij de overheid grote sommen belastinggeld misliep) en probeerde het parlement tevergeefs duidelijk te maken dat de constructie voor alle bedrijven openstond. Officiële stukken die aan het licht kwamen, bewezen evenwel het tegendeel.

De krant hoeft volgens de rechter niet te rectificeren dat Vos geluidsbanden met vertrouwelijke informatie over de technolease-constructie tussen de Rabobank enerzijds en Philips en Fokker anderzijds heeft laten wissen. Trouw, 21-02-97

De Comptabiliteitswet houdt tevens in dat de Rekenkamer zelf beslist welk onderzoek zij doet en dat zij zelf bepaalt welk deel van haar rapporten vertrouwelijk is en welk deel niet. De ARK mag in wezen alle stukken inzien die zij voor haar onderzoek nodig acht en ze desnoods vorderen. (Zodoende stuitten de onderzoekers op de negatieve adviezen over de technolease van de belastingdienst.) Elsevier, 22-02-97

De VVD-fractie in de Tweede Kamer wil een parlementair onderzoek naar de technolease, de omstreden fiscale operatie waarmee de overheid in 1993 en 1994 Philips en Fokker heeft gesteund. de Volkskrant, 18-04-97

De onderzoekers van de Rekenkamer maakten uitgebreid gewag van de technolease van het toen al failliete Fokker, maar hadden slechts twee alinea’s aan Philips gewijd. HP/De Tijd, 20-03-98

< >