Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Rentmeesterschap

betekenis & definitie

Rentmeesterschap - in de confessionele politiek: zorg en belangstelling vanuit een christelijke achtergrond voor het milieu, Gods schepping en bijgevolg ook voor de mens; een bijzondere band met de grond en de natuur. Alhoewel oud-premier Lubbers de term populair maakte, werd rentmeesterschap al in de jaren zeventig als nieuw begrip gemunt door prof. Goud-zwaard, destijds de schrijver van het CDA-programma.

Uitgangspunten als gerechtigheid, solidariteit en zorg voor het milieu (rentmeesterschap heet dat in CDA-jargon) werden opgepoetst. Het Parool, 18-04-92

Centraal in de christen-democratische visie op de milieuproblematiek staat het woord rentmeesterschap. Met andere woorden: hoe gaan we op een verantwoorde manier om met de schepping, of - voor wie minder religieus is ingesteld - het milieu? Voorlopig heeft dat rentmeesterschap gefaald, concludeert de studiecommissie. Trouw, 25-06-93

En als je al die risico’s calculeert, en op de aanstormende jeugd let, is het dan niet verstandig om nog een paragraaf over het gezin en het rentmeesterschap in te voegen? de Volkskrant, 11-09-93

Hoewel Klukhuhn nergens een beroep doet op het evangelisch getinte holisme dat zo graag spreekt over de menselijke plicht tot ‘rentmeesterschap’ over de natuur, laten zich in zijn standpunten minstens twee elementen uit de christelijke erfenis aanwijzen. HP/De Tijd, 12-01-96

Van Middelkoop is ervan overtuigd dat alleen zó nog echt een draagvlak kan worden verworven voor een streng milieubeleid. ‘Je moet partijen aanspreken op hun verschillende morele grondslagen.’ Hij doelt onder meer op het begrip rentmeesterschap uit het christelijke geloof, de gedachte dat de schepping aan de mens in bruikleen is gegeven. Trouw, 11-10-96

De gedachte van rentmeesterschap, kenmerkend voor de gelovigen van nu, is al door Calvijn verwoord in dezelfde zin als in onze tijd is gedaan door de Commissie-Brundtland. Milieudefensie citeert Calvijn: ‘Wie een akker bezit, moet dus de jaarlijkse vruchten trekken, en toezien dat hij de grond door zorgeloosheid niet uitgeput laat worden, maar hij moet zich erop toeleggen om de grond de nakomelingen over te leveren zoals hij hem heeft ontvangen, of nog beter bebouwd.’ Trouw, 27-12-96

De Hoop Scheffer: ‘Rentmeesterschap vind ik een prachtige term. Alleen, als ik dat tegen mijn dochters van 18 en 16 zeg, dan zeggen die inderdaad: Wat bedoel je precies? En dan zeg ik: daar bedoel ik mee dat wanneer jullie straks verantwoordelijkheid dragen in deze samenleving, wij jullie niet hebben opgezadeld met een samenleving die naar de filistijnen is door wat wij nu de lucht inblazen. Nou, dat begrijpen ze heel goed hoor.’ Elsevier, 15-11-97