Particratie; partitocratie - (Fr. parti ‘partij’ + -cratie), het uitoefenen van de macht door de politieke partijen i.p.v. door het volk of de instellingen. In Italië bekend onder de naam partitocrazia. De benaming werd bij ons eind jaren zeventig bekend.
1985 is het jaar van de groeiende verrechtsing van onze samenleving. We leven niet meer in een parlementair regiem, maar in een particratie. Filosoof Jaap Kruithof in De Morgen, 31-12-85
De particratie heeft het land opgezadeld met een zuilenstelsel dat veel verlammender werkt dan zijn Nederlandse equivalent waarschijnlijk ooit heeft gedaan. Het Parool, 27-09-86
Een laatste oorzaak van de vastgelopen besluitvorming is de ‘partikratie’, het feit dat de politieke partijen meer dan welke andere instellingen de beslissingen nemen. Bij de vorming van een regering zijn zij het die de aard van de koalitie bepalen, haar programma vastleggen, de portefeuilles verdelen. De Standaard, 28-03-88
Zo ben ik van mening dat wij geen echte democratie hebben. Ons stelsel van evenredige vertegenwoordiging is geen democratie, maar een partitocratie. HP/De Tijd, 22-04-94
De Nederlandse democratie is wel eens een ‘particratie’ genoemd. Het land leeft onder een heerschappij van een tamelijk klein aantal partijtijgers. Elsevier, 11-03-95