Maakbare samenleving - de ideale maatschappij waarnaar gestreefd dient te worden; maatschappij waarvan de wetgeving zo ingericht is dat ze grotendeels tegemoet komt aan de eis van eerlijk delen. Dit concept ontstond in de jaren zeventig in sociaal-democratische kringen. → verantwoordelijke samenleving.
Bij de publikatie van de Vierde Nota werd vermeld - als alibi of als excuus, dat was niet duidelijk - dat de betreffende ambtelijke diensten een hoog sociaaldemocratisch gehalte hebben. Ik geloofde het onmiddellijk. Dit soort ‘toekomstverkenningen’ wordt ongetwijfeld uitgevoerd door lui die geloven in de ‘maakbare samenleving’ en het beste met de mensheid voor hebben. Haagse Post, 26-03-88
Beleidsmakers laten zich een voortrekkersrol niet graag ontglippen. De politiek had ‘de maakbare samenleving’ afgezworen, maar tijdens het Europees voorzitterschap wordt zij toch weer een beetje uitgevonden. Elsevier, 13-03-97
Ze zou een echte haaibaai zijn. Streng, eigenwijs, met een onwrikbaar geloof in de maakbare samenleving, zonder visie, maar uitermate bedreven in het krijgen van haar zin. HP/De Tijd, 27-06-97
