alibi
(1991) (Wageningen, stud.) laatste biertje voor het naar huis gaan. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoorden-boek. 1991)
Marc De Coster (2020-2024)
(1991) (Wageningen, stud.) laatste biertje voor het naar huis gaan. • (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoorden-boek. 1991)
Wiktionary (2019)
alibi - Zelfstandignaamwoord 1. (juridisch) het kunnen aantonen dat men elders was tijdens het zich voltrekken van een misdaad, waardoor men uitgesloten kan worden van beschuldiging ♢ Aan zijn alibi kan niet getornd worden. Woordherkomst uit het Latijn
Schrijver op Ensie
Een alibi (Lat. voor "elders") is een term uit het strafprocesrecht waarmee bedoeld wordt dat de door het gerecht vervolgde persoon beweert dat hij niet schuldig kan zijn omdat hij op het ogenblik van de misdaad te ver verwijderd was van de plaats waar de misdaad werd gepleegd. Het alibi-bewijs is gebaseerd op het zekere empirische princi...
Muiswerk Educatief (2017)
alibi - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-li-bi 1. bewijs dat je tijdens de misdaad ergens anders was ♢ Piet kan het niet gedaan hebben, want hij heeft een alibi 1. een waterdicht alibi hebben [er...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat., lett.: op een andere plaats, elders, van alius = ander] het ergens anders zijn (geweest); een alibi hebben, zijn alibi bewijzen, aantonen dat men elders was ten tijde van het misdrijf waarvan men verdacht wordt; (fig.) zich een alibi verschaffen, een schijnreden aanwenden op grond van een bestaand iets om z...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
elders; zijn alibi bewijzen: voor de rechter waarmaken, dat men op een bepaald tijdstip op een bepaalde plaats niet kon zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: