Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 15-06-2017

Leasen; leasing

betekenis & definitie

Leasen; leasing - (Eng. to lease ‘huren, verhuren’ + -n), een speciale vorm van lenen: een auto, fiets, apparatuur, gebouwen enz. voor langere duur huren, waarbij onderhoud, verzekering en belasting ten laste van de verhuurder zijn. Het geleende blijft dus voortdurend ter beschikking van het bedrijf, maar er hoeft geen geld te worden vrijgemaakt voor de aankoop van de geleaste zaak. Het leasebedrag wordt in vaste termijnen betaald. Sinds het begin van de jaren tachtig.

Leasing. Een man/vrouw van de wereld koopt zijn/haar auto niet, maar least hem voor een all-in bedrag per maand. Plans Ferrée: Het trendletter ABC, 1983

‘Die vier pentiums hebben we geleased, voor noppes!’ zegt Rob van Hilten, directeur van de stichting Noppes, tussen neus en lippen door, terwijl hij probeert uit te leggen wat zijn stichting nu eigenlijk wil. HP/De Tijd, 04-07-97

ook schertsend: een vrouw een tijdje ‘lenen’.

Leasen. Steeds meer valt er te leasen (auto, keuken, zelfs een tuin) maar in opkomst is bijvoorbeeld, guitig bedoeld, het ‘leasen’ van een vrouw. Man in een café, jongen in een disco tegen een meisje: ‘kan ik jou leasen?’ Machohumor. Hans Auer: Zeg nooit doei, 1993