Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Disco

betekenis & definitie

Disco - muziek met een stevig basritme en een eenvoudige melodie. Populair in discotheken sinds eind jaren zeventig. De grote doorbraak kwam met John Travolta en de release van de film Saturday Night Fever. De variant van de jaren negentig is dance.

Het verschijnsel disco heeft zich vanuit Frankrijk en Amerika, waar het in homoseksuele kringen ontstaan is, over de rest van de wereld verspreid. Popmuziek. Het geluid van jongeren, 1986

Sinds 1975 is ‘disco’ de nieuwe variant op de realiteit (economische crisis) ontvluchtende popmuziek vergezeld van een dito levensstijl waartoe, geheel in tegenstelling van de jeans met T-shirt-people, verkleedpartijen voor het dansfeest in het weekend horen. Fenomenen van de jeugdcultuur, meerdere auteurs, 1989

de speciale kleding die gedragen wordt door discotheekbezoekers.

Ik draag vaak kleding van m’n vader en dat vinden ze maar duf. Nou, ik denk altijd laat ze maar kletsen ik loop liever zo dan disco. Achterwerk in de kast, 1981

jongere die vaak een discotheek bezoekt en zich daarbij speciaal kleedt.

Om de houding van een disco te onderstrepen drukt één van de aanwezigen zijn leren riem met twee duimen naar beneden, tot vlak boven zijn schaamhaar. Vrij Nederland, 30-08-86

Er zijn geen hoge muren meer, zoals tussen de hippies en de disco’s. Elsevier, 03-03-97