Klapschaats - schaats waarvan de buis aan de voorkant met een scharnier aan de schoen is bevestigd. De Nederlandse ontwerpers, Gerrit-Jan van Ingen Schenau en Gert de Groot (beiden biomechanicus) en Hans Meester en Willem Schreurs (constructeurs-instrumentmakers) wilden er patent op aanvragen, maar moesten vaststellen dat in 1894 al patent was aangevraagd op een hockeyschaats met een scharnier eronder. De oorspronkelijke bedenker, de Duitser Karl Hannes, ontving er in dat jaar het copyright op.
Niet elk neologisme hoeft een vervelend woord te zijn. In de Volkskrant noteerde we het afgelopen jaar bijvoorbeeld de begrippen ‘klapschaats, supertrein, leedrecreanten’ en ‘sciencepark’. de Volkskrant, 20-12-86
Halverwege de jaren tachtig ontwikkelde prof. dr. ir. G.J. van Ingen Schenau aan de Vrije Universiteit van Amsterdam de zogeheten klapschaats, een vinding waarmee de sport een grote stap voorwaarts leek te gaan zetten. Het ontwerp verschilt van de gewone schaats doordat het ijzer alleen van voren aan de schoen is bevestigd, met een scharnier en een veer. Aan het idee ligt een biomechanisch principe ten grondslag. Onderzoek wijst uit dat schaatsers de spierkracht in hun benen niet volledig kunnen mobiliseren, omdat de vaste ijzers hen niet toestaan hun enkel te strekken. Doen ze dat wel, dan zetten ze of de punten van de ijzers in het ijs - wat afremt - of ze strekken de voet door tot in de leegte. En van schaatsen in de lucht is nog nooit iemand sneller gegaan. De klapschaats stelde hen plotseling wel in staat de natuurlijke strekbeweging van heup, knie en enkel te voltooien, omdat het scharnierende ijzer maximaal contact met het ijs blijft houden. Je kunt het met springen vergelijken: wie van de hak omhoog moet springen, reikt aanzienlijk lager dan wie daarbij de enkel tot aan de tenen mag uitstrekken. Op de ijsbaan is de klapschaats nauwelijks te onderscheiden van het conventionele model, omdat het ijzer zo’n tweetiende seconde na de strekking van de enkel al weer in de normale positie terugveert. Bij de start of een versnelling maken ze niet het vertrouwde schrapende geluid, maar klappen de ijzers als hamers op het ijs. Elsevier, 26-11-94
Sinds Tonny de Jong en Carla Zijlstra zondag op de eerste wereldbekerwedstrijd in Berlijn klapwiekend Gunda Niemann een pittige nederlaag toebrachten, is de klapschaats ineens een ‘hot item’ geworden. In zijn huidige vorm bestaat het attribuut al meer dan tien jaar. En wie ver genoeg in de tijd de boeken doorworstelt, komt tot de ontdekking dat de klapschaats al meer dan honderd jaar oud is. Trouw, 29-11-96
De klassieke klapschaats van wetenschapper Van Ingen Schenau gaat uit van een vast scharnierpunt. Elsevier, 21-12-96
Eerder deze week had ze de klapschaatsen nog geprobeerd, maar toen ze daarbij last van haar knieën kreeg, werden ze weer snel verruild voor het conventionele paar. NRC Handelsblad, 14-02-97
We raken steeds meer gewend aan de klapschaats, het ijs was buitengewoon snel en de komende Olympische Spelen zorgen voor een extra prikkel. de Volkskrant, 01-08-97
De klapschaats heeft zich bewezen als een knap staaltje van toegepaste wetenschap en dat komt de populariteit van de biomechanica ten goede. Vrij Nederland, 28-02-98