Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 14-06-2017

Kaasschaaf(methode)

betekenis & definitie

Kaasschaaf(methode) - in de politiek: het pondspondsgewijze verminderen van het aantal arbeidsplaatsen; de hoeksteen van bezuinigingsoperaties. Het staat dus voor het evenredig verdelen van bezuinigingen over alle betrokken departementen. Doel hiervan is de explosieve groei van de uitgaven van de departementen in toom te kunnen houden. De term werd in de tweede helft van de jaren tachtig populair.

Meer algemeen betekent het tegenwoordig ‘het beknibbelen op kleine dingen’ (De Jong en Prins, 1997).

Volgens Lubbers is iets te gemakkelijk gezegd dat de ‘kaasschaafmethode’ verkeerd is. Hij doelt daarbij op de methode van de afgelopen vier jaar, waarbij de vermindering van het aantal arbeidsplaatsen over alle afdelingen evenredig is verdeeld. de Volkskrant, 21-02-87

Op die dag - vandaag - treedt namelijk een eerdere wet in werking, waardoor volgens de ‘kaasschaaf-methode’ 23 miljard zal worden omgebogen. NRC Handelsblad, 20-11-87

Het ging de hervormde synode gisteren om meer dan alleen een ‘kaasschaaf of hakbijl’-discussie. Het centrale beleidsplan was immers niet los te zien van het eerder besproken stuk ‘Kerk-zijn in een tijd van godsverduistering’. Trouw, 26-11-88

Kaasschaafmethode: Evenals dat bij de woorden krimpoperatie, ombuiging, stofzuigeroperatie het geval is, betekent kaasschaafmethode een vorm van bezuinigen. Men probeert door van allerlei begrotingsposten een klein beetje geld af te halen tot een forse bezuiniging te komen. Deze methode wordt niet ingegeven door een overweging van: ‘iets kan wel of minder door de overheid verricht worden’ als wel: ‘hoe dan ook er moet bezuinigd worden’. Dick Houwaart en Willem Breedveld: Bestuurderstaal, 1991

Kaasschaafmethode: Bezuiniging in de vorm van een algemene korting, bijvoorbeeld een bepaald percentage op alle uitgaven. Deze methode bespaart discussies over keuzen. Roelof Bos: Politiek woordenboek, 1995