Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

GOS

betekenis & definitie

(acron. van Gemenebest van Onafhankelijke Staten), een groot deel van de vroegere USSR. Sinds 1991.

Alle gegadigden voor erkenning, Kroatië, Slovenië en de meeste GOS-republieken haastten zich om plechtig te verklaren dat zij natuurlijk bereid zijn hieraan te voldoen. de Volkskrant, 17-01-92

De Gemeenschap van Onafhankelijke Staten (GOS) die vorig jaar december werd opgericht, valt bijna uit elkaar. Elsevier, 21-03-92

GOS: Gemenebest van Onafhankelijke Staten: Samenwerkingsverband van 11 voormalige republieken van de Sovjetunie. Oorspronkelijk alleen tussen de drie Slavische republieken Rusland, Wit- Rusland en de Oekraïne (8 december 1991), op 22 december in Alma Ata uitgebreid met de vijf Centraalaziatische republieken Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Toerkmenistan en Tadzjikistan en de twee Kaukasische republieken Armenië en Azerbajdzjan en de republiek Moldavië. De Sovjetunie (Unie van Socialistische Sovjet Republieken) werd opgeheven na het aftreden van Sovjet-president Gorbatsjovop 25 december 1991. Prisma van Europa, 1992

G.O.S.: afk. van G(emenebest van) O(nafhankelijke) S(taten), benaming van de voormalige U.S.S.R. A. Kolsteren en Ewoud Sanders: Vreemde woorden, 1994

Met enige zorg beziet hij dan ook de Russische plannen om van de nog onbeduidende gos - de Gemeenschap van Onafhankelijke Staten - een militair bondgenootschap te maken. Elsevier, 13-07-96

< >