Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Goog

betekenis & definitie

informele en schertsende afkorting van agoog, pedagoog of andragoog.

De uitbarsting van geweld door juist deze jongeren stelt de Franse gogen en logen voor een raadsel. Het Vrije Volk, 20-08-87

De hele zachte sector, alle ‘gogen’, alle zich progressief noemende lezers m/v van ‘de Volkskrant’ en alle andere mensen met linkse ideeën (en vaak ‘rechtse’ inkomens) hulden zich in de stof die een eeuw lang het kenmerk was van de arbeidende klasse. Hans Ferrée: De fluwelen verleiding, 1996

Neem nu de gehandicapten. Gogen, peuten en andere welzijnswerkers vonden kennelijk dat je die mensen beter mindervaliden kunt noemen. De Standaard, 02-01-97

Het (dure) onderzoek richt zich hier voornamelijk op de sector van gogen, logen en de andere geesteswetenschappen... Elsevier, 24-01-98

Op die momenten was er altijd wel een ‘goog’ of ‘loog’ in de buurt die met zachte hand en veel geduld probeerde de dolende ziel weer op het rechte spoor te krijgen. HP/De Tijd, 06-03-98

< >