Fractal - (Lat. fractus ‘gebroken’), meetkundige figuur met grillige vormen, ontstaan door een herhaalde onderverdeling van gelijkmatige geometrische figuren. Gevormd door de Franse wiskundige Benoît Mandelbrot. In 1979 verscheen van hem het boek Fractals.
Fractaal. Van het Engelse ‘fractal’. Meetkundige figuur waarin een zelfde motief zich op steeds kleinere schaal herhaalt. Zulke figuren beschrijven natuurlijke configuraties, zoals kustlijnen, de takken van een boom enz. Zij zijn voor wiskundige behandeling toegankelijk geworden dank zij de mogelijkheden van de computer. Het Cultureel Woordenboek (meerdere auteurs), 1988
Fractalen zijn gecompliceerde meetkundige figuren die tegenwoordig sterk in de belangstelling staan. Natuur & Techniek, januari 1989
De rijkheid aan details van de Julia-verzamelingen valt in het niet vergeleken bij het ‘gedrocht’, dat Benoît Mandelbrot in 1979 ontdekte. Mandelbrot, eveneens een Frans wiskundige, is de autoriteit op het gebied van fractals. De figuur die hij vond wordt wel eens aangeduid als de ‘fractal der fractals’. Mens & Wetenschap, nr.5, 1989
Typerend voor fractals is in de eerste plaats hun ‘zelfgelijkvormigheid’. Dit betekent dat delen van de structuur verkleinde weergaven zijn van de structuur van het geheel, analoog aan het Drostecacao-verpleegstertje met in haar hand een dienblad met daarop een cacaoblik met verpleegstertje, met in haar hand een dienblad enzovoort. Andrea Hijmans en Harry van den Tweel: Van functies, fractals en fobieën, 1990
Het was een CD-ROM met een nieuw Duits programma voor fractals dat zó veelbelovend werd geadverteerd dat ik het onmiddellijk uit het buitenland liet komen. Kijk, maart 1995
Met de ‘Fractal Explorer’ kan men fractals als basis voor een patroon gebruiken. Software Magazine, januari/februari 1996
Hun materiaal komt overal vandaan. Ze halen ‘fractals’ (computer graphics) en animaties van Internet of schrijven zelf een programma waarmee hun computer bewegende beelden maakt. ZIN, september 1997