Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Flatwacht(er)

betekenis & definitie

Flatwacht(er) - opzichter in flatgebouwen die eveneens optreedt als een soort klusjesman.

Flatwacht: waker over gang van zaken in Bijlmerflats, vanaf 1 december in functie als ‘aardige buurman, luisterend oor voor problemen, klusjesman voor noodgevallen, en begeleider naar de box als je niet alleen durft te gaan. Maar hij is ook degene die de buurvrouw aanspreekt als zij haar vuilnis niet in de container gooit maar buiten op het gras, en hij kan in gevaarlijke situaties de politie oproepen.’ In oktober startte voor langdurig werklozen de opleiding tot flatwacht aan de Amsterdamse politieschool. de Volkskrant, 12-10-1993, geciteerd door Frans van Lier in: Jaartaal. De debuutwoorden van 1993

Het werkt volgens hem prima en hij verwijst naar enkele Amsterdamse voorbeelden: de Mercatorbuurt en de Bijlmer-waar onder meer ‘flatwachten’ hebben gezorgd voor een ‘enorme daling’ van de criminaliteit en een groter gevoel van veiligheid. HP/De Tijd, 11-03-94

Lange tijd dacht iedereen dat veiligheid iets was voor politie en justitie. Nu is er het inzicht dat veiligheid een integrale aanpak vraagt. Zelfs als je niets verandert in de regelgeving, is er veel te winnen. Bijvoorbeeld, in het klein: als een flatwacht op dinsdagmiddag een jongetje van twaalf ziet rondlopen, moet hij er zich van bewust zijn dat er iets fout zit. Elsevier, 13-04-93

‘We woonden helemaal achterin. Ik moest ’s avonds door die lange donkere gang lopen. Dat vond mijn vader een beetje eng.’ ’Maar,’ voegt ze er aan toe, ‘nu zijn de gangen beter verlicht en zijn er flatwachters.’ Nieuwe Revu, 13-11-96

< >