Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Exit-poll

betekenis & definitie

Exit-poll - (Eng.), opiniepeiling onder kiezers, meteen nadat zij de stembureaus verlaten.

PvdA-politicus Marcel van Dam verrichtte pionierswerk op het gebied van peilingen. De exit-polls, met grafisch zichtbare verschuivingen tussen de partijen, werden in het midden van de jaren zestig voor het eerst onder zijn leiding verricht in de provincie Utrecht en kort daarna ook landelijk. Elsevier, 29-05-93

Volgens de exit-polls, verricht door veertig studenten onder leiding van hoogleraar bestuurskunde, prof. P. Tops, kwamen 2016 kiezers van de bejaardenpartij van het CDA en 1782 van de PvdA. de Volkskrant, 05-03-94

Berlusconi heeft moeite met de realiteit. ‘Wij hebben de verkiezingen gewonnen,’ verklaarde hij woensdag nog. Niet de uitslagen, maar de voor hem veel gunstiger exit-polls zouden de ware resultaten zijn van de regionale, provinciale en plaatselijke verkiezingen van zondag. de Volkskrant, 28-04-95

‘De resultaten van deze BRTN-ISPO exit-poll zijn uniek omdat de kiezer op het moment van de bevraging geen weet had van de verkiezingsuitslag,’ licht Swyngedouw toe. De Morgen, 06-11-96

Van de exit polls zijn namelijk - net als bij Nederlandse verkiezingen - in de loop van de ochtend al uitslagen bekend. Elsevier, 09-11-96

De drie, elk met een rozet van de eigen partij op de revers - de rode van Labour, de blauwe van de Conservatieven, de gele van de Liberaal-Democraten - houden een ‘exit-poll’ waarbij de zojuist gestemdhebbenden de vraag wordt gesteld naar zijn of haar stemgedrag en daarbij turven ze de toekomst. Trouw, 02-05-97

< >