Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 07-06-2017

Didgeridoo

betekenis & definitie

Didgeridoo - (Aboriginal-taal; klanknabootsing), blaasinstrument van de Australische Aboriginals, die door het bespelen ervan vaak in trance geraken. Het kan tot 2,5 meter lang zijn, het heeft geen vingergaten en ook geen mondstuk. Er is een speciale ademtechniek nodig om aan het instrument een aanhoudende grondtoon te ontlokken. De didgeridoo blijkt tegenwoordig erg in trek bij liefhebbers van etnische popmuziek. Ook als aanduiding van de geluiden die met behulp van het instrument geproduceerd worden.

Ik draai Cubaanse herrie, Indiaas, Marokkaans en didgeridoo. Nieuwe Revu, 18-06-97

Vooral in de zomer leeft Nederland zich uit op de djembé, didgeridoo, klezmerviool en surdo... Elsevier, 19-07-97

Uit vele buitenlanden stromen ze toe, met gitaar, blokfluit, sitar of didgeridoo. HP/De Tijd, 22-08-97

Het meest modieuze muziekinstrument van dit moment is de didgeridoo, een lange slurf waardoor Australische aboriginals al eeuwenlang ‘circulerend ademhalen’. Nieuwe Revu, 15-05-98

< >